Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Ik zal het huis van Juda versterken, en [27]het huis van Jozef zal Ik [28]behouden, en [29]Ik zal hen weder inzetten; want Ik heb Mij hunner ontfermd, en zij zullen wezen, alsof Ik hen niet verstoten had; want Ik ben de HEERE, hun God, en Ik zal ze verhoren. 27. Versta hierdoor vooreerst de tien stammen, daarna alle ware Israelieten, die mede tot de kerk van Christus zullen vergaderd worden. 28. Of, verlossen, gelijk in hfdst.9 vs.16. 29. Het Hebr. woord, hetwelk in den tekst staat, schijnt uit twee ineengesmolten woorden te bestaan. Ik zal hen instellen en wederbrengen. Anders: Ik zal hen gerustelijk zetten, of doen wonen.